Soms worden er nogal eens overbodige zinnen uitgesproken. In een gesprek vallen er wel eens stiltes en sommige mensen vinden dat dan nodig om deze op te vullen met ´iets´, onafhankelijk van het feit of deze bijdrage van toegevoegde waarde is of niet. Of van die overbodigheden die een verder verloop van het gesprek onmogelijk maken. Hiermee bedoel ik trouwens niet de uitspraken die nergens op slaan zoals 'wou ik net zeggen' nadat je iets verteld waarvan het erg onwaarschijnlijk is dat de toehoorder dat wilde zeggen omdat deze de vertelde historie helemaal niet heeft meegemaakt. Of de reactie 'lachen joh'/'mooi joh' nadat je iets hebt verteld dat allerminst op de lachspieren werkt of enige intentie had om grappig te zijn.
De uitspraken die ik bedoel lijken onzinnig, maar niets is minder waar. Ze zijn juist helemaal niet onzinnig. Er valt zelfs helemaal niets op af te dingen, behalve dan dat ze totaal overbodig zijn. Het zijn vaststellende zinsnedes die iedereen kent en waar sommige mensen een onuitputtelijk arsenaal van lijken te hebben. Algemeenheden zou je het ook kunnen noemen.
Een van deze zinnen wordt vaak gebruikt om maar niet naar iemand te hoeven luisteren die klaarblijkelijk ergens mee zit. Deze vertelt bijvoorbeeld iets waarmee hij in zijn maag zit en dan heb je van die mensen die dan zeggen: 'ah joh, morgen is er weer een dag'. Tuurlijk is er morgen een dag! Waarom zou je veronderstellen dat iemand niet weet dat er morgen weer een dag is? Met deze poging om aan te zetten tot relativering -althans dat lijkt me de bedoeling- help je toch niemand. Diegene zal niet opeens denken: 'Verrek ja. Je hebt gelijk, morgen is er weer een dag. Dat ik daar niet eerder aan gedacht had zeg. Nu voel ik me een stuk beter.' Je reinste onzin.
Het tweede en tevens laatste voorbeeld dat ik wil geven is wederom een poging tot relativering dat alleen maar frustrerend werkt. Eerst vertel je bijvoorbeeld iets leuks omtrent een gebeurtenis zoals je vakantie naar, bijvoorbeeld, de Spaanse kust. Je hebt een geweldig hotel met alles erop en eraan: mooie kamer, heerlijk bed, ruime badkamer met twee spiegels zodat je het droste-effect nog eens maximaal kan uitproberen en een gevulde mini-bar. Helaas was het slechts 20˚C en was het de regen die eigenlijk jouw vakantie heeft verpest. Het laatste dat je dan uit de mond van de toehoorder wilt horen is: 'ja, maar je kan ook niet alles hebben.' Nou en! Mijn vakantie is verpest door het Nederlands-achtige weer dat ik juist wilde ontsnappen voor twee weken. En alsof ik niet wist dat je 'niet alles kan hebben.' Zie ik eruit als een debiel? (retorische vraag) Wederom zo'n antwoord waardoor het hele gesprek doodbloed en je eigenlijk niet meer verder wil gaan, omdat de toehoorder in zijn ogenschijnlijke alwetendheid je op je plek heeft gewezen. Immers was jij zo dom om te denken dat je 'alles kon hebben.' Want wie verwacht er nou zon tijdens zijn verblijf aan de Spaanse kust?
Er zijn nog vele andere uitspraken te vinden, maar die kunt u, de lezer, zelf bedenken. Suggesties en voorbeelden kunnen gepost worden bij 'comments', want het is tijd dat deze overbodigheid de wereld uit geholpen wordt. Hier heeft niemand iets aan.
Het tweede en tevens laatste voorbeeld dat ik wil geven is wederom een poging tot relativering dat alleen maar frustrerend werkt. Eerst vertel je bijvoorbeeld iets leuks omtrent een gebeurtenis zoals je vakantie naar, bijvoorbeeld, de Spaanse kust. Je hebt een geweldig hotel met alles erop en eraan: mooie kamer, heerlijk bed, ruime badkamer met twee spiegels zodat je het droste-effect nog eens maximaal kan uitproberen en een gevulde mini-bar. Helaas was het slechts 20˚C en was het de regen die eigenlijk jouw vakantie heeft verpest. Het laatste dat je dan uit de mond van de toehoorder wilt horen is: 'ja, maar je kan ook niet alles hebben.' Nou en! Mijn vakantie is verpest door het Nederlands-achtige weer dat ik juist wilde ontsnappen voor twee weken. En alsof ik niet wist dat je 'niet alles kan hebben.' Zie ik eruit als een debiel? (retorische vraag) Wederom zo'n antwoord waardoor het hele gesprek doodbloed en je eigenlijk niet meer verder wil gaan, omdat de toehoorder in zijn ogenschijnlijke alwetendheid je op je plek heeft gewezen. Immers was jij zo dom om te denken dat je 'alles kon hebben.' Want wie verwacht er nou zon tijdens zijn verblijf aan de Spaanse kust?
Er zijn nog vele andere uitspraken te vinden, maar die kunt u, de lezer, zelf bedenken. Suggesties en voorbeelden kunnen gepost worden bij 'comments', want het is tijd dat deze overbodigheid de wereld uit geholpen wordt. Hier heeft niemand iets aan.